UPDATE: de vorige keer kon de voordracht niet doorgaan, dus aanstaande vrijdag alsnog.
Aanstaande vrijdag 22 november zal Andreas een voordracht houden over het boek Schachnovelle van de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig. Een schaakgenie neemt het op tegen de sterkste schaker ter wereld. Via een terugblik wordt zijn verhaal onthult. Eenzaam opgesloten door de nazi’s in de hoop om hem te breken vindt hij redding in een schaakboek dat hij in zijn lege kamer aantreft.
De partijen van beroemde grootmeesters bieden hem houvast om zijn gevoel van tijd en werkelijkheid intact te houden. Hij speelt de partijen in zijn hoofd na, waarbij hij zijn persoonlijkheid splitst in één voor de witte stukken en één voor de zwarte. Zijn eerste partij tegen de wereldkampioen wint hij op magistrale wijze. Tijdens de tweede partij knapt er iets in hem. Hij beleeft zijn eenzame opsluiting opnieuw en verlaat in een staat van waanzin het bord.
In de lezing gaat Andreas in op verschillende vragen:
Wat heeft de plot te maken met de Franse bedenker van een klassiek geworden Engels genre?
Wat zegt dit over de ivoren toren waarin Stefan Zweig zelf leefde en de psychische toestand die hem deed besluiten om zich van het leven te beroven?
In deze lezing speelt de toren een hoofdrol. De toren als symbool voor eenzame opsluiting, de ivoren toren van Stefan Zweig, de 16e eeuwse toren van een markant figuur uit Aquitaine en - hoe kan het ook anders? - een partij met een torenoffer dat laat zien tot welke grenzen de verbeelding reikt. Met deze partij wordt en passant een zwak punt van de novelle aangeroerd: de onwaarschijnlijkheid van een wereldkampioen die niet kan blindschaken.