Het seizoen kan bijna niet meer stuk voor het combinatieteam van Haren & Oostermoer. Na een valse start in de eerste ronde is de teamgeest uit de fles. Het team heeft sindsdien elke wedstrijd gewonnen:
Haren & Oostermoer - ESG: 5½-2½
Assen - Haren & Oostermoer: 3-5
Haren & Oostermoer - Groninger Combinatie 6: 6½-1½
Haren & Oostermoer - Van der Linde: 5½-2½
Staunton 2 - Haren & Oostermoer 2½-5½
Haren & Oostermoer - Groninger Combinatie: 5½-2½

Toch is de Promotieklasse ondanks alles de hele competitie spannend gebleven. Hoogeveen kon aardig aanhaken en kwam pas na een 5-3 nederlaag tegen SISSA een matchpunt achter. Leek bleek de grote verrassing en bleef na de winst op ons maar winnen...tot Hoogeveen langskwam en Leek de eerste nederlaag bezorgde (5-3)!

Vrijdag 10 april was het uur van de waarheid. Haren & Oostermoer stond één matchpunt voor op Hoogeveen (bordpunten gelijk) en Leek. Konden wij onze zegereeks blijven voorzetten en extra voorsprong nemen op naaste belagers Leek en Hoogeveen? Tegenstander: het altijd gevaarlijke, grillige en onvoorspelbare SISSA 3. Decor: de arena van het denksportcentrum te Groningen.

Voor de wedstrijd goed en wel begonnen was mocht SISSA 3 het eerste wapenfeit noteren. Maarten Roorda, normaal bord 7-speler, zorgde voor een grote verrassing met een remise tegen Johan Klinkhammer. De grote vraag was: waarom accepteert Johan zo snel remise? Hier kan de verklaring van Johan niet achterblijven: Johan had zwart, met vier kansen om te scoren met de witte stukken, en tot slot een ware geloofsdaad: vertrouwen in de overige spelers! (Nagekomen: Johan heeft zijn gedachten bij een korte partij ook nog aan het digitale papier toevertrouwd). Het tekent onze teamgeest sinds de eerste nederlaag tegen Leek.

Al gauw werd het vertrouwen van Johan door de feiten gestaafd. Martien Visser wist met wit in de als uiterst saai te boek staande Franse ruilvariant Casper Rupert twee pionnen te ontfutselen. De ruilvariant is een psychologisch grillig wapen waarmee wit zich gemakkelijk in eigen voet schiet. Waarschijnlijk komt dit doordat wit eigenlijk vanaf de eerste zet afziet van het voordeel van de voorzet door zwart nagenoeg gelijk spel te geven. Het speelt toch niet lekker als je vanaf zet twee weet dat je niet meer op groot wild jaagt. Statisch gesproken blijkt zwart zelfs in het voordeel, terwijl wit eigenlijk een microscopisch voordeeltje zou moeten hebben. Daar kunnen ook weer twee verklaringen voor zijn:
1. Zwart zit meteen lekker in de partij doordat gelijkspel binnen handbereik is.
2. Veel witspelers zijn bang voor het Frans en kiezen voor de ruilvariant. Wanneer je een zwakte ontdekt in het openingsrepertoire van een Frans-speler zal die vrijwel nooit in de ruilvariant gevonden worden: integendeel!

Martien Visser laat zien dat het allemaal maar huis-, tuin- en keukenpsychologie is. Speel je de afruilvariant met vertrouwen, dan is er veel mogelijk! Om kort te gaan: Martien sleept de eerste overwinning in de wacht.

Ook op twee andere borden lijkt het voorspoedig te gaan: ondergetekende wint een pion, Anne offert een pion voor een overweldigend initiatief. De eerste tekenen zijn gunstig, maar over de andere borden valt vooralsnog weinig te zeggen. Paulo en zijn tegenstander hebben een volstrekt gelijkwaardige stelling bereikt. Carel Steevensz staat materiaal achter en het is de vraag of daarvoor voldoende compensatie is. Heinse lijkt een tikkeltje minder te staan en Tomas Hiemstra heeft een interessante stelling bereikt, maar meer ook niet.

Helaas laat de gelijkmaker niet lang op zich wachten: Carel moet erkennen dat hij te weinig compensatie heeft en geeft zich over. Op dit moment krijgt ondergetekende niet alles meer mee. Ik sta een pion voor, maar dreig in een super ingewikkeld dame-eindspel met één pion meer terecht te komen. Als het paard de psychopaat van het schaakbord is, dan is de dame een femme fatale die de koning het leven zuur kan maken met eeuwig schaak of een dubbele aanval. Ik ben niet bang voor de nederlaag, maar vraag me wel af hoe ik dit eindspel nu weer tot een goed einde moet brengen.

Plotseling komt het goede nieuws van alle kanten: Anne zet zijn initiatief om in een vol punt, de tegenstander van Paulo verliest een stuk en kan vrij snel daarna het punt opstrijken. Op bord 7 stunt Tomas Hiemstra door Maarten Hemmes te overrompelen. Hij offert dwars door de zwarte stelling heen. Ik zie het allemaal heen en valt zowat van mijn stoel: waarom heeft Tomas een rating onder de 1700? Ik moet mijn best doen om mij te focussen. Wit dreigt eeuwig schaak te geven en ik wordt gedwongen mij passief op te stellen. Nu komt de volgende stelling op het bord:

Wit: Daniël Meijer
Zwart: Andreas Tasma
Stelling na 39. Db6

Ik heb al een aantal sterke voortzettingen gemist, maar beleef nu een helder moment. Ik zie dat ik een complex valletje kan opzetten door beide damevleugelpionnen op te offeren voor de pion op f2. Wat is eigenlijk mijn inzet? Een winnend pionneneindspel op zet 45. Het pakt precies uit zoals ik gehoopt had en de partij gaat als volgt verder:
39... De7!
Tijdens de partij waren er twee dingen die ik bijna wel zeker wist: (1) slaan op a6 is fout en (2) het eindspel is dusdanig complex dat mijn tegenstander geen andere mogelijkheid meer ziet. Hoe hij het wel had moeten doen? Vraag dat maar aan spelers met 2000+! Dame-eindspelen staan nu eenmaal bekend als razend ingewikkeld.
40. Dxa6?
Houdini is van mening dat g3 beter is, het zal wel!
40... De1+ 41. Kh2 Dxf2 42. Dxb5
42.Kh3 schijnt beter te zijn, ik moet Houdini maar geloven.
42... Dh4+ 43. Kg1 De1+ 44. Kh2 De5+ 45. Dxe5 fxe5

De buit is binnen. Het vervolg is hilarisch voor de omstanders. Ik mis enkele eenvoudige en snelle overwinningen, inclusief een mat in 1! De verklaring is simpel: ik zat in tijdnood en ging voor de eerste winst die ik zag. Ik wist zeker dat ik ging winnen en het maakte me niet uit hoe. Ik geef dan ook nergens de winst uit handen.
46. Kg3 Kf6 47. Kg4 Ke6 48. Kf3 Kd5 49. Ke3 e4 50. Ke2 Kd4 51. Kd2 e3+ 52. Ke2 Ke4 53. Kf1 Kd3 54. Ke1 e2 55. g4 Ke3
55...g5!
56. g5 Kf4
56...Kd3! 57.Kf2 Kd2 is beduidend sneller!
57. Kxe2 Kxg5 58. Kf2 Kf4 59. Kg2 Kg4 60. Kh2 Kf3 61. Kg1 g5 62. Kf1 g4 63. Kg1 Kg3 64. Kh1 Kf2 65. Kh2 g3+ 66. Kh1 g2+ 67. Kh2 g1D+ 68. Kh3 Dg5?!
68...Dg3 mat!!
69. Kh2 Dh4#  0–1

Inmiddels kan de winst Haren & Oostermoer niet meer ontgaan. Ik stel vast dat Heinse nu een pion voorstaat, maar er niet doorheen kan komen: ½-½!

De beslissing in de Promotieklasse valt in de finale op vrijdag 1 mei in Assen. We hebben aan een gelijkspel genoeg om kampioen te worden. Promotie nar de KNSB lijkt zeker, want de nummers 1 en 2 promoveren! Theoretisch kan Leek ons nog passeren, maar Haren & Oostermoer heeft goede papieren! Hulde aan de spelers van Haren & Oostermoer en sterspeler Tomas Hiemstra!

   SISSA 3            1862 - Haren & Oostermoer  1907 2-6
1. Casper Rupert      2067 - Martien Visser sr   2110 0-1
2. Maarten Roorda     1800 - Johan Klinkhammer   2017 ½-½
3. Andrey Tsyganov    1902 - Paulo Valiente      1926 0-1
4. Joris Leertouwer   1805 - Anne Haitsma        1857 0-1
5. Jaap Bosma         1890 - Carel Steevensz     1939 1-0
6. Carl Hoekstra      1858 - Heinse van Houten   1887 ½-½
7. Maarten Hemmes     1851 - Tomas Hiemstra      1670 0-1
8. Daniel Meijer      1726 - Andreas Tasma       1850 0-1