De laatste wedstrijd van Haren 4 is gespeeld, het seizoen van de externe competitie 2009/2010 is afgerond. En waar we in het begin nog wel eens bangig naar de onderste helft van het klassement keken, sloeg dat op een zeker moment om en werd de blik naar boven gericht. De 2e plek leek even binnen bereik. Die werd net niet gehaald, en uiteindelijk zijn we beland op de mooie 4e positie.

Maar eerst nog de laatste ronde. Deze is, zoals gebruikelijk, een gezamenlijke ronde van alle teams uit het klassement op één locatie. Veendam, waar we kort geleden nog waren geweest, had een extra grote zaal gehuurd. Stukken en klokken waren aan elke schaakgezinde familie in de regio ontfutseld om hier te worden ingezet. Mijn 8 witte pionnen hadden als enige overeenkomst de witte kleur. Vorm en uitvoering waren zeer uiteenlopend. Naast het bord een klokje uit donker Bulgarije, maar het tikte nog. En ach, zulke samenraapsels hebben we zelf ook wel in de kast staan. Het drukt de pret niet. Een dure camera maakt je nog geen goede fotograaf, dus laten we onszelf niet groter maken dan we zijn: goedwillende amateurs die een leuk potje willen schaken.

Vooraf was al duidelijk dat alleen verlies tegen Unitas 5 ons een plek zou doen zakken. Gelijkspel of zelfs winst zou niets veranderen. En ook deze keer moest Haren 4 weer invallers inzetten. Je zou kunnen zeggen dat Haren 4 slechts een label is met een vaste kern van spelers met daaromheen een schil van invallers die meer dan eens bereid waren in te vallen. Het moge duidelijk zijn dat Haren 5 een soort hoofdleverancier werd, maar ook uit andere teams werd nog wel eens een speler gevist. Het is gebleken dat in 8 wedstrijden er 15 partijen door 9 verschillende invallers zijn gespeeld. Hun totale score bedroeg 5,5 punt, waarvan 1,5 punt nog in de laatste wedstrijd. Veel dank aan de invallers dat zij hun energie en tijd voor ons hebben willen inzetten.

De wedstrijd tegen Unitas 5 begon met een bord te weinig. Had iemand afgezegd of vooruit gespeeld zonder dat ik het wist? Niemand wist het. Al snel bleek dat de opstellers waren misleid door optisch bedrog. De tafelrij naast de onze was net zo lang en had wel 8 borden. Een beetje in- en opschuiven en ook het ontbrekende bord stond erbij.

Onder het gezellig geklingel van koffiekopjes en ander kantinegeluid begonnen we onze partijen. Na de eerste openingszetten kwam er nog even een auto-met-lichten-aan-melding voorbij en zo schoven we het middenspel in. De auto-eigenaar voelde zich bekeken als een Herman Finkers bij de kassa, maar alles beter dan een lege accu. (“'t is voor die jongen met die snor daar” – “Het meisje van de slijterij”)

Op bord 5 was Tomas weer bezig als vanouds. Hij knetterde echt een complete kruiwagen brandhout tegen de koningsstelling van zijn tegenstander. Enigszins beduusd tikte zijn tegenstander de rommel van het bord. Pieter Sjoerd op bord 4 aanschouwde dit en voorzag al dat er straks gewoon een emmer water over de smeulende restanten zou gaan en dan kon Tomas inpakken. Ik wist het nog niet.

Links van mij op bord 7 speelde Marton met zwart zijn nog niet door iedereen begrepen variant van de Caro Kann (geloof ik, maar openingen ben ik ook niet goed in). Zijn manoeuvre Pg8-f6-g8-e7 is blijkbaar voor de meeste witspelers zo verrassend dat daarmee het tempoverlies wordt gecompenseerd. Misschien dat zijn tegenstander niet zo van verrassing hield want die kwam gewoon flink doorblazen over de damevleugel. Uit een ooghoek zag ik Marton met zijn Dame een witte toren slaan. “Goed zo Marton!” dacht ik nog, maar binnen 1 seconde werd die Dame al door een witte Loper naar de EHBO post gestuurd.

Toen op die 2 borden Tomas en Marton waren geruimd en we dus met 0-2 achter stonden, konden mijn tegenstander en ik ons ook weer eens met onze eigen partij bezighouden. Zijn tijdverbruik was inmiddels flink opgelopen, ondanks dat de stelling redelijk overzichtelijk was.

Op bord 8 speelde Frans voor de 4e keer een partij met ons mee. Soms zat het tegen, maar deze keer ging ook hij met een tevreden gevoel weer huiswaarts. Zijn analyse:

Frans: “Mijn tegenstander koos met zwart op mijn opening van 1.d4 voor een Konings-Indische Verdediging. Na enige zetten stond de Samisch-variant op het bord. Zwart behandelde de voortzetting een tikje passief, waarvan wit gebruik maakte om een gedegen stelling op te bouwen. Zwart kwam met 7...,c5 en 8...,Pc6 tot een trage ontwikkeling van zijn Damevleugel. Dat gaf wit gelegenheid om via Lh6, gesteund door de Dame op d2 tot een afruil van de voor zwart belangrijke loper op op g7 te komen. Daarnaast deelde wit een plaagstootje uit op de Damevleugel aan het zwarte Paard, dat van c6 door de witte pion op d5 naar b4 was verjaagd, door a3 te spelen en het Paard opnieuw a6 te verjagen, nu nar a6. Wit rokeerde kort en maakte van de zwarte passiviteit gebruik om de e-pion naar e5 te spelen en zo een afbraak van het zwarte pionnencentrum proberen te forceren. Het gaf wit het initiatief. Het onmiddellijke resultaat was dat de zwarte pion op d6 zwak en kwetsbaar werd. Wit probeerde een Koningsaanval op te zetten via een Paardoffer op h5 dat niet mocht worden aangenomen. Helaas twijfelde ik tijdens de partij of dit wel een juist offer was in de mening dat zwart toch nog wel op tijd zijn verdediging van de Koning kon organiseren. Daarom trok ik het Paard op de volgende zet terug. Later thuis liet Fritz weten dat een voortzetting van de aanval kansrijk was en het offer niet mocht worden aangenomen. Vervolgens ontspon zich op de Damevleugel een strijd of zwart het binnendringen door wit van de zwarte stelling kon verhinderen en of de zwarte zwakke pion op d6 behouden kon blijven. De zwarte stukken kregen snel gebrek aan manoeuvreerruimte, terwijl wit langs de b-lijn eerst de Torens verdubbelde en daarna gesteunde door de Dame de zwarte stelling kon binnendringen. Zwart kwam steeds meer onder druk te staan en bezweek op de 35ste zet voor die druk, maakte een foutje, verkoor een stuk en gaf op.” Tussenstand: 1-2

Op bord 1 was Rob iets teveel met z'n Koning aan het wandelen waardoor hij toch wel wat in het nauw kwam. Even later stond de Koning van zijn tegenstander midden op het bord, maar dit keer als teken van de overwinning. We kwamen niet dichterbij, tussenstand: 1-3.

De partijen van Adriaan en Johan leken me moeilijke positionele partijen waar je als argeloze voorbijganger echt niets van snapt en alles mist. Johan: “Mijn partij tegen Yang Hang Tang was een Siciliaanse partij waarin Yang Hang 2.f4 speelde. Er ontspon zich een positioneel gevecht waar voortdurend de balans in evenwicht bleef, mede omdat wit risico's uit de weg ging. Vanaf zet 30 ging het snel bergafwaarts met wit toen hij met niet al te veel tijd meer op zijn klok materiaal verloor in een complexe stelling, waarna hij meteen kon opgeven.” En snel daarna kon ook Adriaan de winst laten opschrijven. Tussenstand: 3-3.

Dan krijgt Pieter Sjoerd in zijn nog steeds gelijke stelling remise aangeboden. Mijn tegenstander moest nog zo'n 10 zetten in 3 minuten doen in een iets mindere stelling. Als hij de tijdcontrole zou halen, zat er vast nog wel remise in en kwamen we op 4-4, zou ie het niet halen, dan winnen we. Pieter Sjoerd nam de remise aan en ik hield me in niet mee te gaan vluggeren. Mijn tegenstander probeerde er het beste van te maken maar ineens kon ik een Paard slaan. Nog even in de bek gekeken, ja het zag er goed uit, die ging mee. Eindstand: 4,5-3,5

Na afloop probeerde Pieter Sjoerd nog wat zweterige vijgen uit te delen die al een hele avond in een binnenzak hadden gezeten. Hier en daar werd er onder lichte dwang nog zowaar van genoten ook. Rob zette zijn Europese schaakplannen uiteen welke hem en zijn caravan in eerste instantie in Duitsland zullen doen belanden. Daarna kan er ongetwijfeld wel weer een kampeer-druiven-pluk-wijn-drink schaakavontuur in Frankrijk volgen.

Tot zover de schaakverhalen van Haren 4 voor het seizoen 2009-2010, volgend jaar is volgend jaar. And that's the way it is – Walter Cronkite.

Raoul – Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.


Dank aan Frans en Johan voor hun bijdragen.