Als gedeeld een-na-laatste in poule 1A samen met Bedum hebben we alleen nog Eelde/Paterswolde twee punten achter ons staan, nadat we daartegen in de vorige ronde gelijk hadden gespeeld. Vandaag, vrijdag 6 februari, spelen we thuis tegen Sissa 3, dat zich een aantal plaatsen boven ons bevindt. Maar mijn inschatting is dat we best goede kansen maken omdat de krachtsverschillen helemaal niet zo groot lijken.
Nadat we via een gezellige inspraakronde tot een opstelling zijn gekomen, blijkt Ton liever niet mee te spelen omdat hij zich te moe voelt. Da’s een gelukje voor Jan, die nu wel mag spelen. Ron blijft gewoon volgens plan op de tribune omdat hij als enige alle rondes tot nu toe heeft meegespeeld. Later blijkt – o ironie van het lot – dat Ton en Ron in de interne competitie tegen elkaar zijn ingedeeld.
Goed, in een van te voren voor onmogelijk gehouden opstelling (bepaald door een mix van vorm van de dag, de toevallige nabijheid van een stopcontact, wit/zwart-voorkeur, overredingskracht van de teambaas versus die van spelers, dit alles overgoten met een sausje van willekeur) gaan we de strijd aan. Nog voordat de meesten uit hun openingsproblemen zijn, klinkt er vanaf Tomas’ bord op 6: “O nee hè, helemaal niet gezien.” Maar het klinkt gelukkig niet als Tomas’ stem. En dat blijkt te kloppen. Tomas wint pardoes de dame en direct de partij. Wat je noemt een vlotte start, en daarmee is direct het probleem van de barbezetting opgelost.
Raoul gaat ook lekker. Hij staat een stuk voor, en ik neem aan dat dat wel goed komt. Van de rest is nog weinig te zeggen, even afwachten maar.
Na een tijdje komt er wat tekening in de strijd. Peter nog onduidelijk, Carla wacht te lang met dameruil en moet uiteindelijk een pion zonder veel compensatie geven om mat te voorkomen, Raoul staat gewonnen, Harm laat een sterk veld toe in zijn stelling en trekt aan het spreekwoordelijke dode paard, wat in het teambelang altijd moet van de teambaas. Jan nog onduidelijk, Joris goede kansen, en over mijn eigen stelling ben ik wel te spreken. Dat kan dus nog alle kanten op.
Gezien de focus op mijn eigen partij, heb ik de precieze volgorde van de uitslagen niet geheel scherp. Maar Carla verliest, Raoul zet door en wint, en Joris heeft een eindspel met aan beide kanten de torens en een pionnenleger, met het loperpaar voor Joris en het paardenpaar voor de andere kant. Joris staat echter passief en komt niet los. Hij krijgt inval na inval te verduren, en moet uiteindelijk de kwaliteit geven, waarna hij helaas verliest.
Dat zet de teller op 2-2. Peter staat een kwaliteit voor, Harm nog steeds verloren, Jan gaat niet best, en ik zou wel eens winstkansen kunnen hebben. Dat telt op naar een virtuele 4-4; geen gekke score.
Dan verliest Jan, en ik win. Dat maakt 3-3. Aangezien Harm nog steeds verloren staat, geef ik Peter instructie geen remise te spelen, maar alles of niets. Alleen winst van Peter (en dat lijkt nog steeds haalbaar met zijn kwaliteit voorsprong) kan ons nog een wedstrijdpunt geven. Verder kan ik weinig doen in de speelzaal, dus ga ik mijn partij analyseren met mijn tegenstander (een teambaas is ook maar een mens). Dan hoor ik dat we alsnog hebben verloren… Peter heeft toch remise moeten geven nadat Harm inderdaad had verloren. Dat maakt een 3½ - 4½ verlies: een heel jammer teamresultaat.
Volgende keer uit tegen Bedum. Zij staan samen met ons een-na-laatste; dat wordt dus een belangrijke pot voor handhaving in de eerste klasse.