De eerste ronde dit seizoen voerde ons op een mooie maandagavond naar Delfzijl. Het eerste team wachtte daar op ons. Altijd lastig!
Wij waren enigszins gehandicapt vanwege het afzeggen van twee basisspelers, maar blij dat Jan Hiemstra en Willem Giesesteijn wilden meedoen. We waren er zodanig vroeg dat we zelfs nog tijd hadden voor een teamfoto.
Daarna fluks de opstelling in elkaar geflanst en om klokke 19.45 gingen we van start. De hoop op wedstrijdpunten was laag gezien het verwachte krachtsverschil, maar een paar bordpunten moest toch kunnen dachten we zo.
Maar als eerste ging Peter Smits op bord 2 eraf. Met zwart kreeg hij een onverwachte variant van het Schots op het bord. Vlijmscherp. De tegenstander kreeg al na een paar zetten een Te1 op een open e-lijn tegen een Le7 en een Ke8. Er stonden allerlei stukken in en een paar zetten later kon Peter al opgeven. Wat je noemt een snelle achterstand...
Jan Hovius op bord 1 was de volgende. Het was de eerste uitwedstrijd van het seizoen op voor hem bekend terrein, namelijk bij zijn vroegere schaakclub Delfzijl. Nu inmiddels, na de fusie met Appingedam, DAC geheten. Zijn tegenstander, de heer Peter Bruijn, was hem helaas onbekend, maar naar later bleek wel een stevige 1900+ speler.
Jan mocht met wit spelen en probeerde een rustige partij op te zetten via een Torre opening. Rond de 10e zet bleek dat het de eerste serieuze partij van het seizoen was. Jan begon de afruil in het centrum met het verkeerde stuk maar zijn tegenstander weigerde daar onmiddellijk van te profiteren. Volgens Fritz had hij met een dame-aanval op Jan's b2-pion duidelijk voordeel gekregen. Wat volgde was een afruil van de dames waarmee Jan de rokade verloor maar tijdelijk een pion won. Als op dat moment Fritz verder had kunnen spelen had wit moeiteloos remise gehouden. Maar ja, dat mag nu eenmaal niet... In het middenspel speelde Jan onnauwkeurig en werd hij vakkundig van het bord gezet. Dat het nog 39 zetten duurde was meer omdat hij nog op een slordigheid van zijn tegenstander hoopte.
Willem Giesesteijn op 5 kreeg geen vat op zijn tegenstander. Deze speelde gedegen, bouwde rustig op en hapte niet op Willems provocerende spel. Een paar inschattingsfouten kostten daarna pionnen, en hij werd keurig van het bord geschoven.
3-0... Dat gaat hard, maar Parijs is nog ver...
In een gesloten Siciliaan nam mijn tegenstander vrij geforceerd het initiatief maar echt gevaarlijk werd het niet. Hij kon alleen maar met allerlei niet geheel doorslaande offers iets forceren om dat initiatief vast te houden. Dat deed hij dan ook. Ik hoefde alleen maar alle offers aan te nemen, en verder nauwkeurig te blijven spelen tot de storm was overgewaaid. Echt spannend werd het nooit, en toen de dames van het bord gingen bleef er een eindspel over waarin ik waarschijnlijk een tikje beter stond maar we waren er allebei zat van: remise.
Vlak daarna pakte Harm van der Mossel op 4 ook een keurig halfje. In een leuke partij hadden beiden spelers af en toe het initiatief, en remise was het verdiende resultaat. Goede start voor Harm, tegen een sterke speler. Harms eigen analyse van zijn partij staat in een apart artikel.
Nu stonden we met 4-1 achter, en kijkend naar de overgebleven borden was ik bang dat het voorspelde verlies er gewoon aan zat te komen, maar dramatische cijfers leken niet nodig. Jan Hiemstra op 6 bood remise aan in een op het eerste oog gelijkwaardige stelling. Zijn tegenstander weigerde en probeerde nog een trucje met een aardige combinatie. Jan miste de verborgen stukwinst door een tussenschaakje en kon helaas een paar zetten later opgeven. Toen gingen alle ogen naar Ron Woudsma en Joris Leertouwer.
Bij Ron was de opening was zijn geliefde Aljechin, die volgens plan verliep. In het middenspel kwam Ron slechter te slaan doordat de tegenstander twee sterke centrumpionnen kreeg; het werd vechten voor remise. Ron wist het toch nog tot een toreneindspel te brengen en doordat beide spelers weinig tijd hadden werd het remise, niet tot grote vreugde van zijn tegenstander. Ratingverschil was meer dan 250 punten...
Bleef Joris over op 7, voor de eer. Met beide nog 5 minuten voor een zet of 10, liet zijn tegenstander zich opjagen door Joris’ snelle spel, die de suggestie gaf dat hij alles onder controle had. Joris won daardoor zomaar een kwaliteit en ik hoopte dat hij verder zorgvuldig zou spelen om de partij te winnen. Maar het ging nog sneller. Zwart gaf pardoes de diagonaal a1-h8 weg, en Joris zette zonder aarzelen zijn loper op h8. Met de zwarte koning op f7 en ingesloten door zwarte en witte pionnen, en de witte dame op de loer op b2 geholpen door een machtige toren op c8, was het mat ondekbaar. Dat mochten we niet zien; Zwart gaf op.
Met 5½ - 2½ hebben we uiteindelijk dus verloren. We hebben het zeker niet weggegeven, en met wat meer geluk had er wel wat meer ingezeten. De individuele ratingverschillen waren af en toe behoorlijk groot, dus ik vind dat we een mooi resultaat hebben geboekt. Op vrijdag 31 oktober spelen we thuis tegen Veendam. Komt allen aanmoedigen, dan gaan we er een mooie pot van maken! Invallers bedankt!
Maarten