vraagtekenHet overkomt ons allen regelmatig: je hebt een stelling waarvan je vermoedt dat die winnend zou moeten zijn, maar je hebt geen goed idee wat het juiste stappenplan is. De partij duurt al behoorlijk lang, de tijdnood komt er aan en je tegenstander heeft ook al een keer een goed getimede remise aangeboden. Omgekeerd zal hij een remisevoorstel waarschijnlijk ook wel accepteren, dus dat halfje is binnen, tenzij..... je de mooie stelling weet te verknallen en alsnog gaat verliezen. Alles behalve dat! 

"Maar hoe win ik dit?"

Ter lering ende vermaeck deze post, en hopelijk volgen er nog meer. Uiteraard zullen de problemen in deze reeks gesneden koek zijn voor de betere schakers. De rest, wij stervelingen, hopen ooit ook nog eens dat nivo te bereiken. Hoe mooi zou dat zijn ;-)


Stelling na 63. Tg8+? Speel deze stelling verder op LiChess.

Bovenstaande stelling kwam op het bord in de externe competitiewedstrijd tegen Staunton 3 waarbij ik met zwart speelde tegen Frans Vermeulen. De laatste zet was 63. Tb8-g8+? wat volgens de engine een score geeft van -4.6 (dus in het voordeel van zwart). Tijdens de partij had ik hier totaal geen besef van. De zet die de stelling min of meer gelijk houdt was 63. Tb8-b6! geweest, terwijl ik daarvan juist dacht dat het heel goed voor zwart zou zijn..... 

Uiteindelijk na nog wat zetten begon het me te dagen wat hier een goede opstelling voor zwart is: probeer de toren achter één van de pionnen te krijgen (is ook een soort vuistregel). Kies bij voorkeur de pion die het verst verwijderd is van de vijandelijke koning. Eventueel probeer je dit te bereiken door de toren eerst tussen de twee pionnen te krijgen op dezelfde rij. Als je daarna één van beiden pionnen een stap naar voren kunt laten maken, kan de toren daar vervolgens achter gaan staan.

Wit zal uiteraard proberen te blokkeren met zijn toren. De zwarte koning kan daar dan naar toe lopen ter ondersteuning. Stel dat wit er toch in slaagt met torenruil die pion te winnen, dan is de witte koning te ver verwijderd van de andere vrijpion om ook die nog te stoppen.

In de situatie dat de witte koning een beetje in het midden belandt, kun je met zwart ook de opstelling kiezen van koning en toren op dezelfde lijn (bv de g-lijn). De zwarte koning kan dan de h-pion begeleiden naar promotie terwijl de toren de schaakjes op de g-lijn blokkeert. Uiteraard zal wit dan proberen de toren om te spelen, maar dat geeft zwart ook weer meer tijd om mogelijk alsnog de hierboven genoemde opstelling te verkrijgen.

Uiteraard zal wit steeds op zoek gaan naar zetherhaling/eeuwig schaak. Met zwart moet je er dus altijd voor zorgen dat de koning minstens één zet kan schuilen tegen de schaakjes en zo kun je dan langzaam optrekken.

Klik op de stelling om het zelf te proberen!