De zet 1.e2-e3 wekt altijd de indruk dat de pion, op weg naar e4, onderweg is blijven steken. De openingszet heet de Van 't Kruijs-opening, vernoemd naar Maarten van 't Kruijs (Uithoorn, 1813-Amsterdam, 1885).
Hij was een bekend, zeer gevorderde schaker, en Nederlands kampioen in 1878.
Een van de toernooien die hij speelde - Amsterdam 1852 - kende een speciale opzet. De beginopstelling van de stukken werd aan het toeval overgelaten: Fischer Random Chess avant la lettre!
Een memorabel moment in zijn schaakcarrière was een overwinning op Adolf Anderssen, een van de sterkste schakers van dat moment, tijdens diens bezoek aan de Amsterdamse schaakclub ASG in 1861.
Een eerste zoektocht heeft nog geen partijen van Van 't Kruijs opgeleverd met de openingszet 1.e3. Wel met 1.a3 (gevolgd door een later e3) in bijvoorbeeld de gememoreerde partij tegen Anderssen. Een echte lijfopeningszet lijkt het dus misschien ook niet te zijn geweest.
Van 't Kruijs' voorkomen en speelstijl werden omschreven als robuust en stoer.