a

“Papa, waar denken zij toch zo lang aan?”

Op de foto ziet u twee 7-jarige jeugdschakers, Wessel Adema en Loek van der Hagen, aandachtig kijken naar hun voorbeelden: Jan Timman en Anatoly Karpov (foto: Erik Adema). 

Ook de schaakclub Haren was vertegenwoordigd onder de deelnemers van het Schaakfestival Groningen. Voor de resultaten van onze spelers zie deze link: www.schaakstadgroningen.nl. In de Compact D-groep deden nog al wat jeugdspelers mee in de leeftijd variërend van 6 tot 12 jaar. De volwassenen van Compact D waren vertegenwoordigd door schaakvaders(/moeders), schaakliefhebbers en gewoon schakers met een lagere rating. Let wel, het een sluit het andere niet uit...

Na dag één was “de vader der schaakvaders” -Sake Jan de Boer- nog optimistisch over het voordeel van de oudjes (http://schaakvaderverhalen.blogspot.nl). Uiteindelijk waren er nog maar vijf volwassenen over die geen puntverlies hadden geleden aan een jeugdschaker! Opvallend is de 10e plaats van onze 12-jarige Joris Spanjer (had zelfs een half puntje meer kunnen scoren, vind ik).

 Foto

Waarom verliezen wij toch van schaakkinderen? Onderschatting? Ligt niet voor de hand; we zijn al meerdere keren gewaarschuwd.

Of juist (faal)angst? Zou kunnen maar waarom dan geen angst voor een speler met een hogere rating. Dan zou het wel reëel zijn. 

Nagenoeg alle kinderen hebben gescoord op tactische wendingen en dus niet zo zeer op een opgebouwd positioneel overwicht. Waarom waren de kinderen in de Compactgroep D tactisch sterker? Om de vergelijking te trekken met ons digitale tijdperk: zij hebben een nieuwere harde schijf tot hun beschikking, daarentegen hebben onze hersenen helaas geen opschoningsprogramma. Zou er verschil zijn als je een groep volwassenen en een groep kinderen de Franse taal leert?

Laatst kwam er een asielzoeker samen met zijn zoontje, die als tolk moest fungeren, in mijn praktijk. Ze zijn alle twee maar net in Nederland. Zijn zoontje spreekt al vloeiend Nederlands, vertaalt het netjes naar zijn vader, maar toch is het alleen zijn vader die tenslotte begrijpt wat ik bedoel.

 Foto

Is schaken wiskunde? Op het niveau van compact D in ieder geval niet. Tenzij je het vergelijkt met slechts het toepassen van trucjes zoals de wiskunde op het VWO. Zoals bijvoorbeeld het “trucje” van de korte en de lange kant bij het toreneindspel bij het schaken. De echte wiskunde ligt bij “het bewijs van die trucjes”. Bij schaken wordt alles uiteindelijk door middel van tactiek bewezen.

De volwassenen van compact D spreken een beetje Frans omdat ze nu eenmaal naar Frankrijk op vakantie gaan, sommigen van hen gaan zelfs vaker per jaar, maar zullen het nooit echt leren, misschien wel omdat ze nu juist als kind vaker hadden moeten gaan. Ze kunnen zich er natuurlijk redelijk mee redden omdat ze al levenservaring hebben.

De jonge jeugdschakers van Compact D spreken al vloeiend Frans maar missen de ervaring op andere gebieden. In Frankrijk een charcuterie binnen stappen en “deux pains” bestellen, omdat je vleeswaren in de etalage ziet en denkt dat er in een supermarkt naast vlees ook brood verkocht wordt, is vergelijkbaar met -een mat in 1 van de jonge tegenspeler over het hoofd zien- , zoals mij overkwam. Mijn zoontje lacht me dan gewoon uit: “beter kijken papa en niet te veel denken over dingen die er niet zijn!”. De volwassen medemens kan deze blunder gelukkig wél begrijpen: “had mij ook kunnen overkomen, wij hebben ook zoveel aan ons hoofd!”

(Overige foto's: Harry Gielen).