In 1940 schrijft de toenmalige secretaris van de Schaakclub Haren H.J. Edzes: "De Heeren E.J. Tammens, H. Hemmes en H.H. van Deemter namen op 1 september 1915 het inititatief tot de oprichting."

Daarom bestaat op 1 september a.s. onze club precies 100 jaar en gaan we dat het hele jaar vieren met allerlei activiteiten: houd daarvoor de website in de gaten!

Ook wordt elke week een partij, met bijbehorend verhaal, op de site gepubliceerd uit het door Egbert Vos samengestelde en in 2011 uitgekomen jubileumboek Op een haar na eeuwig schaak... - Geschiedenis Schaakclub Haren 1915-2010. In a-chronologische volgorde het boek volgend:

na een aantal afleveringen van Even Voorstellen... volgde in het jubileumboek weer een aantal In memoriams... In 2002 herinnerde Eddy Vos in de Harener Toorn Hans Oosterhuis:

"Op 8 juni 2002 is op 69-jarige leeftijd overleden ons lid Hans Oosterhuis. (...) Tijdens de afscheidsdienst herinnerde een van zijn zoons heel mooi het leren van schaken. De kinderen hadden de spelregels van hun vader geleerd en namen het wel eens gezamenlijk op in een partij tegen hun vader. Die zat dan aan de andere kant van het bord zijn zetten te spelen en aanwijzingen te geven, en zat dan bovendien nog te lezen in zijn vakliteratuur. Ook merkte zijn zoon op dat denksporter zijn paste bij zijn werk als neuroloog: daarvoor moest hij immers ook veel denkwerk verrichten om problemen te doorgronden.

Zijn leven stond vooral in het teken van hard studeren en hard werken, maar hij had ook veel interesse in onder andere literatuur. Omdat hij de laatste jaren te maken kreeg met veel gezondheidsproblemen heeft hij minder van zijn pensioen kunnen genieten dan dat hij gehoopt zal hebben. Tijdens de dienst waren er mooie gezongen bijdragen van een van zijn zoons en ook van zijn nicht, de bekende zangeres Trijntje Oosterhuis. De liturgie werd verzorgd door zijn broer (en vader van Trijntje), de zeer bekende dichter en tekstschrijver van kerkelijke liederen Huub Oosterhuis. Hoewel beide broers een heel verschillende weg zijn gegaan zag Huub Oosterhuis toch wel een overeenkomst tussen beide.
De exacte woorden weet ik niet meer, maar hij formuleerde het origineel. Huub Oosterhuis vertelde dat hij vaak te maken had met zaken rond leven en dood, terwijl wat zijn broer Hans als neuroloog deed m feite was om te proberen "de dood op zijn grote bek te slaan". Daar moet je volgens mij dichter voor zijn om dat zo te kunnen (/mogen) zeggen. Beide broers waren op latere leeftijd dicht(er) naar elkaar toegegroeid.

Dat Hans Oosterhuis in zijn jeugdjaren al een passie had voor het schaakspel blijkt wel uit een aantal artikelen die Bart Romijn opdiepte uit oude nummers van het Tijdschrift van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond uit 1949/50. Daaruit blijkt dat Hans Oosterhuis voorzitter was van de Amsterdamse Schoolschaakbord waarin hij zitting had namens het Ignatius College, waarvan hij leerling was. Er werd een schoolschaakcompetitie georganiseerd in samenwerking met de Amsterdamse Schaakbond. Hans Oosterhuis speelde in het eerste team van het Ignatius College dat de originele naam Schic had. Er werd onder andere een 3-daags (!) toernooi gespeeldmet 248 (!) deelnemers (ondanks de concurrentie van een voetbaltoernooi). Van een bloeiend schaakleven gesproken! Zelfs Max Eeuwe gaf acte de présence bij de openingsplechtigheid.
Bijzonder enthousiast is het verslag dat Hans Oosterhuis schreef over een jeugdtoernooi waaraan hij deelnam in het Engelse Birmingham. Hij schreef dat het hem een raadsel was waar hij deze uitnodiging aan te danken had, maar hij ging er graag op in. Het was voor hem een bijzondere ervaring, te meer omdat het zijn eerste buitenlandse reis was. De deelnemers kwamen uit diverse Europese landen. Hoewel Hans Oosterhuis niet bovenin eindigde, was hij wel tevreden over zijn resultaten en met name over de ervaring die hij opgedaan had. Deze zou later zeker nog van pas komen, zo schreef hij. In het verslag word gemeld dat men in Engeland in het jaar daarop een nog groter toernooi wilde
organiseren waar de titel wereldkampioen aan verbonden zou worden. Of dit er van gekomen is weet ik niet, maar bijzonder is het allemaal wel. Onder de deelnemers bevond zich ook een15-jarige deelnemer uit IJsland met de naam Olafsson die vierde werd. Na enig naspeurwerk mijnerzijds moet dit de Olafsson zijn geweest die later grootmeester geworden is en voorzitter van de Fide is geweest.

Zelf heb ik een aantal jaren geleden regelmatig tegen Hans Oosterhuis gespeeld. Dit kwam op bijzondere wijze tot stand. Omdat hij vanwege zijn gezondheid niet meer zo gemakkelijk buitenshuis kwam, nodigde hij wel eens mensen uit om bij hem thuis te komen schaken. Op een dag had hij het idee om mijn vader hiervoor ook eens te vragen. Uit de ledenlijst in de Harener Toorn wilde hij het telefoonnummer van mijn vader halen. Tot zijn verbazing kreeg hij mij aan de telefoon: kwestie van een regeltje te laag gekeken dus! Omdat ik wel zin had om een partij met hem te spelen nam ik de plaats in van mijn vader.
Verschillende malen ben ik bij Hans Oosterhuis en zijn vrouw gastvrij ontvangen en speelden we op zijn studeerkamer. Hoewel de aanleiding, de gezondheidsklachten van Hans Oosterhuis, niet mooi was vond ik het toch fijn om op deze manier ook eens buiten de club om te kunnen schaken. Hoewel de sfeer vriendschappelijk was, speelden we toch wel redelijk serieus. Ik kwam in deze partijen vaak slecht uit de opening, en wist ik vaak pas aan het eind van de
partij terug te komen. Opvallend is het dat de enige partij die Hans Oosterhuis en ik voor de interne gespeeld hebben (jaren daarvoor) een omgekeerd verloop had. Toen kwam ik zeer goed uit de opening, maar daarna werd ik weggespeeld:

Wit: Eddy Vos
Zwart: Hans Oosterhuis
Interne competitie, 11.09.1998
1. e4 e5 2. Pc3 Pc6 3. Lc4 Lc5 4. d3 d6 5. Pge2 Pf6 6. Pa4 a6?!
6...0-0 lijkt nuttiger en misschien kan zelfs 6...Pa5. Nu krijgt zwart het moeilijk.
7. Pxc5 dxc5 8. 0-0 Pd4 9. c3 Pe6 10. f4 Pxf4 11. Pxf4 exf4 12. Lxf4 b5 13. Lb3 Lg4 14. Dc2 0-0
Er dreigde 15.e5 met aantasting van f7. Zwart krijgt nu wel een lelijke dubbelpion.
15. Lg5 Dd6 16. Lxf6 gxf6 17. Df2 Kg7 18. Tae1
Beter was h3 en eventueel g4 om zwarts loper te verjagen, om daarna Tad1 en d4 te spelen.
18... Lh5 19. Dh4 Lg6 20. Tf3 Tad8 21. Tef1 c4!
Zwart komt nu terug in de partij.
22. dxc4 bxc4 23. Lc2 Db6+ 24. Kh1 Td6 25. e5 fxe5 26. Lxg6 Txg6
Na 26...hxg6 zou 27.De7! zijn gevolgd. Nu is 27...De6 mogelijk als verdediging.
27. Dxc4 f6 28. Td3 Tf7 29. Dd5
Wit wil ijzer met handen breken.
29... Dxb2
En zwart breekt nu wits stelling af!
30. Da8 Dxa2 31. Td8 Te7!


Zwart heeft nu een raket op de e-lijn staan, klaar voor vertrek.
32. g3 e4 33. Th8 Df7 34. Tf4 e3 35. Th4 h6!
Nu is het echt uit. In plaats van opgeven besluit wit de tijdcontrole nog even te halen.
36. Td4 e2 37. Tdd8 e1D+ 38. Kg2 Te2+ 39. Kh3 De6+ 40. g4 Dxg4#  0-1
Geen spectaculaire partij, maar het laat zien hoe belangrijk het is om niet in paniek te raken na een moeilijk begin. Zwart sloeg op het juiste moment krachtig terug."