In 1940 schrijft de toenmalige secretaris van de Schaakclub Haren H.J. Edzes: "De Heeren E.J. Tammens, H. Hemmes en H.H. van Deemter namen op 1 september 1915 het inititatief tot de oprichting."

Daarom bestaat op 1 september a.s. onze club precies 100 jaar en gaan we dat het hele jaar vieren met allerlei activiteiten: houd daarvoor de website in de gaten!

Ook wordt elke week een partij, met bijbehorend verhaal, op de site gepubliceerd uit het in 2011 uitgekomen jubileumboek Op een haar na eeuwig schaak... - Geschiedenis Schaakclub Haren 1915-2010, in a-chronologische volgorde het boek volgend:

Deze keer een verhaal met zonder partijen of toch een verhaal met partijen? Afijn, lees het schitterende verhaal dat deel uitmaakt van het stuk dat Henny Prins speciaal schreef voor het jubileumboek onder de titel Zwarte schaakfiguren op witte velden:

(...) Dankzij de inspanningen van Bob Romijn en Bobby Fischer maakte de Schaakclub Haren begin jaren zeventig van de vorige eeuw een explosieve groei door; het schaakniveau kroop gestaag omhoog, de onderlinge gevechten werden feller en de zeden losser. De havannasigaar deed haar intrede en later op de avond verscheen het pijpje pils...

Hoe de veranderende tijdgeest onze schaakclub niet onberoerd liet laat zich misschien het best illustreren met een summier verslag van een competitiewedstrijd uit die vervlogen dagen.

We zijn intussen in het midden van de jaren zeventig aangeland. Ik ben naar Groningen verhuisd, doch zonder de schaakclub Haren ontrouw te worden. Met vier auto's vertrekt ons eerste tiental richting Assen, waar met de lokale schaakclub een beslissend duel om een promotieplaats moet worden uitgevochten. Daar de opwarming van de aardbol destijds nog niet had ingezet gingen we in ouderwetse winterkou welgemoed op weg.

Bestaat er een volmaaktere methode voor het aankweken van een winnende teamgeest, dan zo'n gezamenlijke autotocht door de duistere nacht? Veilig, dicht bijeen in een behaaglijk verwarmde cabine weten we onderweg met het ophalen van legendarische successen uit het clubverleden onze schaakmoraal nog stevig op te peppen, terwijl de Drentse opponenten de tijd doden met het nerveus heen en weer drentelen in hun speelzaaltje. Ook ditmaal bleek het de
perfecte warming-up, want na een urenlange spannende strijd moesten onze tegenstanders in het zand bijten.

Het valt te billijken dat het pas verslagen Asser tiental na afloop weinig begrip toonde voor onze uitgelaten feeststemming die hier ter plekke in een kille halflege kantine onvoldoende gelegenheid kreeg om tot ontlading te komen. De spontane uitnodiging van Riekent Jongman voor een kleine overwinningsdronk bij hem thuis in Vries – een mooie tussenstop en passant – vond daarom bij iedereen enthousiast onthaal. Riekent was een van de toegewijde 'nieuwere' leden van onze club, vermaard vanwege zijn wetenschappelijke schaakstudie 'Het Oog van de Meester' alsmede het introduceren van de havannasigaar in onze vereniging.

Toen we even later tegen het middernachtelijke uur met z'n allen buiten bijeen stonden bleken de plaatselijke weergoden een verrassing voor ons in petto te hebben: een verblindende sneeuwjacht was bezig een hoogpolig wit tapijt over de wereld te leggen. Voor vier clubleden met nog klassiek plichtsbesef over gezin, werk en de dag van morgen was dit aanleiding om toch maar direct richting Haren af te reizen. Weldra verdwenen zij achter een dicht vlokkengordijn uit het zicht.

Vijf personen konden het verleidelijke aanbod van Jongman niet weerstaan en gingen op weg naar Vries. Weinig moeite kostte het de overblijvers om vage schuldgevoelens weg te redeneren; deze korte onderbreking van de terugreis leek immers een slimme zet, de sneeuwstorm was straks misschien wel geluwd. En bovendien – wie dacht er aan slapen gaan na zo'n opwindende avond?

Even later betraden we de geriefelijke woonkeuken van de familie Jongman. Riekent toonde zich een voorbeeldig gastheer: eerst werd een opwarmertje ingeschonken om onze overwinning te vieren, daarna werd met gulle hand een wagenwiel kaas aangesneden, van een omvang zoals ik die alleen kende uit de etalage van mijn oude kruidenier in de Ebbingestraat.

Door de kleine raampjes zag je hoe de sneeuwstorm tot orkaansterkte aanzwol. Het zou toch gekkenwerk zijn om je in dit hondenweer buitenshuis te wagen. Als dit geen schoolvoorbeeld van overmacht was...

Dan oppert iemand het idee om de wachttijd te bekorten met een klein snelschaaktoernooitje ter ere van onze zege in Assen. Een prima voorstel dat met algemene stemmen aangenomen wordt.

De schaakborden en klokken komen uit de auto, de glaasjes worden bijgevuld, nog een stuk kaas uit het vuistje en een feestsigaar voor de liefhebbers: het gevecht kan beginnen. Helaas is geen toernooiboek van Vries beschikbaar, maar onuitwisbaar staat in mijn geheugen gegrift hoe wij op vleugels van victorie die nacht de sterren van de Drentse hemel speelden: louter galapartijen vol oogverblindende combinaties en bloedstollende offers. (...)