Bob Romijn in actie tijdens het Essent Open in oktober 2003Ieder jaar voor de zomervakantie wordt de Bob Romijn-prijs uitgereikt aan de jeugdspeler die dat seizoen de meeste vooruitgang heeft geboekt.  De meeste kinderen die op maandagavond schaken hebben Bob Romijn niet meer gekend. Bob Romijn overleed 5 jaar geleden plotseling op 4 december 2003. Hij is jarenlang een belangrijk persoon voor de schaakvereniging geweest en dan vooral ook voor de jeugd. Daarom is deze prijs naar hem genoemd. Eddy Vos (oud jeugdlid en oud voorzitter van de club) beschrijft hoe hij zich "mijnheer Romijn" herinnert.


" (…) Het was 1972 en hij was nog maar amper een jaar lid van onze club. De match om het wereldkampioenschap tussen Spassky en Fischer trok veel aandacht. De jeugdafdeling die “meneer” Romijn toen oprichtte betekende voor het Noordelijke jeugdschaak pionierswerk. Toen al deed hij dat met volle inzet en enthousiasme, en hij wist dat ook over te brengen op ons. Bob vertelde later graag over de 5 jeugdtoernooien die hij in die tijd jaarlijks organiseerde. Werkelijk honderden kinderen hebben hieraan meegedaan. Enkele jaren later speelde het derde team mee in de laagste klasse van de Noordelijke schaakbond. Als amper elf, twaalfjarigen moesten we aantreden tegen tegenstanders die zo oud waren als onze vaders, of soms zelfs zo oud als onze grootvaders. Stijf achter het bord zaten we, ook al had meneer Romijn ons opgedragen om rond te gaan lopen als we niet aan zet waren. Om ons toch zover te krijgen kocht hij een zak drop en legde die een eindje verderop op een tafel. Daar mochten we dan één dropje per keer van nemen…
 
Toen we ouder werden en alleen nog maar wedstrijden bij de volwassenen gingen spelen bleef één ding hetzelfde: meneer Romijn. Alleen noemden hem na verloop van tijd bij zijn voornaam, en dat vond hij zelf ook wel zo prettig. Belangstellend als altijd volgde hij onze partijen op de voet. Ietwat zorgelijk keek hij dan vaak naar mijn stelling. Maar zodra we dan oogcontact hadden gaf hij even een knipoog. Daar kon ik dan weer even tegen, ondanks de ruïne die voor me stond.

Nog steeds gingen we regelmatig op pad; we gingen voor toernooien en allerlei competities de provincie in, en later gingen we zelfs door het hele land. Hij was er altijd bij. Hij werd met trots vervuld als er een mooi resultaat werd bereikt. En dat gebeurde gestadig aan steeds vaker. De bloei van onze club hebben we vooral aan hem te danken. Groot is zijn staat van dienst voor onze club: hij was jarenlang voorzitter en competitieleider bij zowel de jeugd als de senioren. Veel zaken rond teamwedstrijden en het organiseren van allerlei toernooien liepen via Bob. Vaak bracht hij ons pas in nachtelijke uren weer thuis met zijn oude Simca van toen. Zijn latere auto’s waren van betere kwaliteit maar de stemming was altijd van de beste soort. Bob was iemand met een groot gevoel voor humor en hij had een groot geheugen voor anekdotes. “De stemming was weer ouderwets”, zei hij vaak als het erg gezellig was.
 
 Bob Romijn tijdens de prijsuitreiking van het Nierstichting toernooi - 29 november 2003(…) Bob stond graag in het middelpunt van de belangstelling, maar hij wilde anderen ook in zijn enthousiasme laten delen. Hij leefde met je mee in moeilijke tijden, want die kende hij ook uit zijn eigen leven.

(…) Het gevoel van vertrouwelijkheid dat Bob opriep zullen we nu gaan missen. Wat blijft zijn de verhalen waar hijzelf ook zo van hield. Steeds maar weer probeerde Bob positieve verhalen te vertellen. Maar hij stimuleerde ons ook door ons ergens bij te betrekken en een taak te geven.

(…) Hij kon ook geen “nee” zeggen, zoals hij zelf ook wel eens zei. Hij was voor velen het gezicht van de schaakclub Haren. Maar hij ging evenzeer op in het werk dat hij achter de schermen deed voor “zijn” club. We zullen naast zijn inzet vooral de sfeer die zijn persoonlijkheid uitstraalde missen. Door zijn dood zal de schaakclub Haren dan ook nooit meer dezelfde zijn.

Maar wat ik me vooral graag van hem wil herinneren is hoe hij met zijn leden van de club omging. Hij was vriendelijk voor iedereen. Zonder aanziens des persoons gaf hij aandacht aan een ieder. Vooral de jeugd had daarbij zijn hart. Met de opbloei van de jeugdafdeling in de laatste jaren waren oude tijden weergekeerd, en was hij voor velen weer “meneer” Romijn. Hij kende alle kinderen bij naam en wist hoe ze speelden, net zoals hij altijd met iedereen gesproken had en met iedereen op de hoogte was. Het maakte niet uit hoe sterk je schaakte of hoe vaak je kwam. Bob wilde iedereen het gevoel geven dat hij of zij erbij hoorde. Laten we hem ons vooral zo blijven herinneren. "
 
  
 

 

Eddy Vos, oud-jeugdspeler en oud-voorzitter van de schaakclub Haren
 

 

(tekst uitgesproken bij de crematieplechtigheid en gepubliceerd in de Harener Toorn 2003-2004 nummer 1)